Onder het motto van ‘Wat goed is voor gemeenten en de
burgers, is ook
goed voor de eigen business’, heeft de NVB Vereniging voor
ontwikkelaars & bouwondernemers voor gemeenten een
10-puntenplan
opgesteld.
Daarmee kunnen gemeenten de lokale woningmarkt vlottrekken.
Daarmee kunnen gemeenten de lokale woningmarkt vlottrekken.
De situatie is inmiddels zo nijpend dat tientallen gemeenten in Nederland al op de rand van faillissement verkeren. “Gemeenten doen het nodige om de woningmarkt te steunen, maar er moet meer gebeuren, om te voorkomen dat de markt verder instort, met alle nadelige financiële gevolgen van dien voor de gemeenten zelf.
NVB doet 10 aanbevelingen richting gemeenten
1. Luister samen met marktpartijen beter naar de wensen van burgers
2. Geef kopers van een nieuwbouw koopwoning een premie
3. Accepteer lagere grondprijzen
4. Stel geen extra eisen bovenop het Bouwbesluit, die de markt niet opneemt
5. hanteer gematigde bouwleges
6. bied starters op de woningmarkt de helpende hand met subsidie en financiering
7. Schrap bij nieuwbouw het onderscheid tussen recreatie- en reguliere woningen
8. Werken bij transformatie van kantoren naar woningen mee door bestemming te wijzigen
9. Ga tot maximaal 40% van woningbouw in binnenstedelijke gebieden
10. Schakel bij archeologische vondsten al vroeg betrokkenen in
Conclusie: duidelijkheid, snelheid en herstel van vertrouwen… daar draait het om!
“Aanleiding voor dit 10-puntenplan is dat de woningbouwcrisis behalve huiseigenaren en bouwbedrijven ook veel gemeenten in het hart treft. Door de stagnerende verkoop van nieuwbouw koopwoningen is er sprake van een aanzienlijke verslechtering op gemeentelijke grondexploitaties, oplopend tot € 2,5 ŕ € 3,0 miljard.
Beter luisteren naar de klanten
Belangrijk is dat gemeenten sámen met ontwikkelaars en bouwbedrijven daarom beter gaan luisteren naar burgers/woonconsumenten. Dit vergroot namelijk de afzetbaarheid van woningen, leidt tot meer bouwproductie en dus ook tot meer inkomsten voor gemeenten uit grondexploitaties en belastingen”, aldus Rietdijk.